ARDÈCHE

 

 

Het departement Ardèche

De Ardèche is het departement waar woeste en ruige natuur de overhand heeft. Grote steden zul je er niet vinden, evenmin als rechte wegen. Des te meer schilderachtige dorpjes en onafgebroken kronkelende weggetjes met honderden haarspeldbochten. De Ardèche is bosrijk, bergachtig en het landschap is dooraderd met rivieren en riviertjes, maar de koning is de Rhône die de gehele oostgrens met het departement Drôme vormt. In toeristisch opzicht wordt de streek opgedeeld in 4 gebieden: de Ardèche Verte in het noorden, daaronder de Ardèche Plein Coeur, dan Sources et Volcans d’Ardèche en in het zuiden de Ardèche Plein Sud.

  

 

Het Parc Naturel Régional des Monts d'Ardèche strekt zich uit van de Montagne Ardèchoise tot aan het Rhônedal en biedt zowel op de hoogste toppen als in de dalen de indrukwekkendste uitzichten, met als ‘must see’ de Pont du Diable bij Thueyts. Verder vormen de vele karaktervolle dorpjes het decor van deze prachtige streek en zouden stuk voor stuk bezocht moeten worden.

 

 

In het westen grenst de Ardèche aan de Haute-Loire, onderdeel van de Auvergne, en daar is het vulkaanlandschap dan ook nog goed te herkennen aan de piramidevormige bergen. Het zuidwesten grenst aan de Lozère en heeft daardoor de kenmerken van het landschap dat zo bekend is van het Parc National des Cévennes, het op één na grootste van de zes nationale parken in Frankrijk. Les Gorges de l'Ardèche is de grote trekpleister van de Ardèche en dat is niet vreemd als je per kano door de kloof vaart: 30 kilometer stijle rotswand van soms wel 300 meter met als hoogtepunt de Pont d’Arc, een natuurlijke boog van 60 meter. Zoek voor een bezoek alleen wel een rustige periode uit, want in het hoogseizoen kan het hier vreselijk druk zijn. De Gorges du Chassezac is een stuk vriendelijker met op de oevers het Bois de Païolive, waar truffeleiken en weergaloze rotsformaties het beeld bepalen.

 

 

Sportief vermaak is de hoofdmoot van wat deze streek voor vakantiegangers zo aantrekkelijk maakt. Wandelen is de uitgelezen manier om de Ardèche tot in detail te leren kennen. De via ferrata - aangelegde routes met staalkabels en ladders - maken van de ontelbare wandelingen en tochten onvergetelijke avonturen. Kanoën is dé sport in dit gebied met zijn vele, vele riviertjes die over het algemeen rustig en daarmee ook kindvriendelijk zijn. Voor degenen die wat meer adrenaline wensen te produceren zijn er sporten als parapenten en klimmen tegen superstijle rotswanden.

 

 

Vroeger leefde de bevolking van de Ardèche van de zijdecultuur en veel bezienswaardigheden herinneren hier nog aan. Je treft er nog oude, tot museum omgebouwde zijdefabrieken en kleine werkplaatsen bij boerderijen, de zogenaamde ‘magnaries’, en natuurlijk ook de aanplant van de moerbeibomen, de voedingsplant van de zijderupsen.

 

 

Sinds juni 2014 is de Ardèche een wereldattractie rijker: de Grot van Chauvet-Pont d’Arc. Deze grot is opgenomen in de UNESCO-lijst van werelderfgoed en is beroemd geworden na de ontdekking in 1994. Wetenschappers moesten hun theorieën over het ontstaan van de kunst herzien na de ontdekking van de wandschilderingen die in de grotten tevoorschijn kwamen. 425 tekeningen van 36.000 jaar oud in perfecte staat deden de kunstwereld op zijn grondvesten schudden. De grotten zelf zijn niet toegankelijk voor publiek, maar er wordt gewerkt aan een exacte kopie op de heuvel van Le Razal, waardoor toch een indruk wordt gecreëerd hoe het er diep onder de grond moet uitzien. La Caverne du Pont-d'Arc