LA MONTAGNE van JEAN FERRAT

 

 

Jean Ferratartiestennaam van Jean Tenenbaum (Vaucresson26 december 1930 - Aubenas13 maart 2010) was een Franse zanger, componist en tekstschrijver. De carrière van Jean Ferrat begon in het Parijs van de jaren vijftig en in de jaren zestig en zeventig groeide hij uit tot een van Frankrijks populairste zangers. Wegens zijn maatschappijkritiek had Ferrat ook tegenstanders.

   

 

Tot zijn bekendste liedjes behoort het door hemzelf geschreven La Montagne (Het gebergte) waarvoor hij zich liet inspireren door het landschap rond Antraïgues-sur-Volane in de Ardèche, waar hij sinds het begin van de jaren zestig woonde. Friso Wiegersma schreef op dezelfde melodie het Nederlandse lied Het dorp, waarmee zijn levenspartner Wim Sonneveld vervolgens een groot succes behaalde. Herman van Veen zong Waar blijft de tijd op de melodie van On ne voit pas le temps passer.

 

 

Ferrat was een bewonderaar van de Franse dichter Louis Aragon en heeft tientallen van diens gedichten bewerkt tot liedjes. Ook van de docent-dichter Guy Thomas zette hij diverse teksten op muziek. Eén album is zelfs volledig aan diens teksten gewijd ('Je ne suis qu'un cri' uit 1985).

 

 

Sinds halverwege de jaren negentig maakte Ferrat geen opnamen meer. Hij trad ook niet meer op, maar hij bleef zich als bekende Fransman wel regelmatig mengen in het publieke debat.

 

 

Ferrat overleed op 79-jarige leeftijd na een kort verblijf in het ziekenhuis waar hij was opgenomen nadat hij thuis was gevallen. Hij was ook al geruime tijd ernstig ziek. Zijn begrafenis werd rechtstreeks uitgezonden op de Franse televisie.

 

Vertaling van: Jean Ferrat - La Montagne

 

Ze verlaten een voor een de streek
Om elders hun brood te gaan verdienen
Ver van de grond waar ze zijn geboren.
Al lang dromen ze ervan,
Van de stad en zijn geheimen
Van formica en bioscoop
De oudjes die waren niet verwonderd
Als ze machinaal met de revers van hun mouw
hun lippen afveegden
Maar ze wisten op het goede ogenblik
kwartel of patrijs te doden
En geitenkaas te eten.

En toch, wat zijn de bergen mooi
Hoe kun je het je voorstellen,
bij het zien van een zwerm zwaluwen,
dat de herfst is gearriveerd ?

Met hun armen boven hun hoofden
Hebben ze muurtjes opgebouwd
Tot aan de top van de heuvel
Welk belang de dagen, de jaren
Ze hadden allen een goed hart
Knoestig als de wortels van een wijnstok
De wijngaard groeit richting bos
En zal geen wijn meer geven
Het was een vreselijk slechte wijn
Maar hij gaf honderdjarigen,
Zoveel, niet wetende wat ermee te doen,
Tenzij je hoofd ervan ging draaien

En toch, wat zijn de bergen mooi
Hoe kun je het je voorstellen,
bij het zien van een zwerm zwaluwen,
dat de herfst is gearriveerd ?

Twee geiten en een paar schapen,
Het ene jaar goed, het andere slecht
En zonder vakantie of uitstapjes
De meisjes willen naar het bal
Het is tenslotte heel normaal
Je leven te willen leven.
Hun leven, ze zullen agent of ambtenaar zijn
Kunnen wachten zonder zorgen
Tot het klokje van pensioen heeft geslagen
Het hangt er maar vanaf waar je van houdt
En thuiskomen in je sociale woninkje
Om kip gevoed met hormonen te eten.

En toch, wat zijn de bergen mooi
Hoe kun je het je voorstellen,
bij het zien van een zwerm zwaluwen,
dat de herfst ooit zal komen ?